De penetrograaf is een apparaat voor het bepalen van de penetratieweerstand van de bodem. De standaardset is voorzien van verschillende penetratieconussen, sondeerstangen, en speciale pennen en grafiekpapier voor de recorder. De gehele set, inclusief reserveonderdelen, handleiding, conuscontrole en gereedschap, wordt geleverd in een aluminium draag- en transportkoffer. Elke penetrograaf is voorzien van een kwaliteitstestrapport.
Het meetbereik van de penetrograaf loopt tot 5000 kN/m2 (= 5 MPa) en het apparaat is geschikt voor metingen tot een diepte van maximaal 0,80 m. Met de penetrograaf kunnen eveneens continumetingen worden verricht, waarbij elke laag van het bodemprofiel tot een diepte van 0,8 m op het recorderpapier wordt gemarkeerd.
Daarnaast schrijft de penetrograaf vanzelf, wat wil zeggen dat gedurende de metingen de penetrograaf de resultaten onmiddellijk grafisch vastlegt. Dat vermindert de hoeveelheid werk die achteraf moet worden gedaan aanzienlijk. De gegevens kunnen onmiddellijk worden overgenomen en zijn gemakkelijk vast te leggen. Het principe van de metingen is gebaseerd op het indrukken van een gekalibreerde veer, terwijl het grafiekpapier door de recorder gelijktijdig wordt voortbewogen in verhouding tot de diepte van de sonde. Om te controleren of de sondeerstang en de conus erticaal in de grond dringen, is de penetrograaf voorzien van een met alcohol gevulde, opgehangen waterpas. De doordringing moet zo verticaal mogelijk plaatsvinden, teneinde de druk en de wrijving op de sondeerstand zo laag mogelijk te houden.
De penetrograaf wordt gebruikt voor
Laatst bekeken